Het zeegat uit
Zout op je lippen
Voor de sier, maar ook ter instructie van bemanningsleden, bouwden vaardige handen scheepsmodellen met ragfijn touwwerk en minuscule katrolletjes. Reders lieten hun schepen ook graag in verf afbeelden, liefst op zee onder vol tuig. De scheepsportretten weerspiegelen de trots van hun eigenaren.
De maritieme collectie omvat verder voorwerpen zoals een boegbeeld en een misthoorn, en ook verhalen zoals dat van kommandeur Klaas Hoekstra. Getuige zijn dagboek vertrok hij in 1825 richting Groenland, op walvisvangst. Zijn splinternieuwe galjootschip werd jammerlijk in het poolijs gekraakt, maar de bemanning keerde - allang dood gewaand - na een jaar vol verschrikkingen toch in Harlingen terug. Ook de koopvaardij en de admiraliteit komen aan bod.
Onder andere te zien
De Harlinger tegelschilder Dirk Jacob Danser maakte ook schilderijen, zoals dit tafereel met walvisvangst uit circa 1750.
Hermanus Siderius schilderde in 1850 de Buitenhaven van Harlingen. Het schilderij toont de overgang van de zeilvaart naar de stoomvaart in de levendige Harlinger haven.
Nicolaas Baur schilderde in 1817 de Harlinger Buitenhaven. Het is een drukte van belang. Links het Statenjacht en rechts het groene wachtlokaal van de beurtschippers.
Aquarel van de 'Stad en Lande’, een oorlogsschip dat rond 1791 in de Zuiderhaven werd gebouwd en te groot was om de haven te verlaten. Uiteindelijk werd het gesloopt.
